Vervoeging
Laten we beginnen met iets waar heel veel mensen moeilijkheden mee hebben: werkwoorden.
De basis van een werkwoord is de infinitief; laten we als voorbeeld het werkwoord 'wandelen' nemen. De infinitief hiervan is dus wandelen en de stam is wandel. Werkwoorden worden normaliter als volgt vervoegd met de zes persoonsvormen:

Bij de 'jij-vorm' zijn er twee mogelijkheden: komt de persoon 'jij' in de zin vóór de persoonsvorm 'wandelen', dan gebruik je stam+t. Komt de persoon echter ná de persoonsvorm, dan gebruik je alleen de stam: "Wandel jij?"
Vervolgens de verleden tijd, alwaar een ongelukkig gekozen benaming voor de splitsing van de twee soorten werkwoorden is gekozen: sterke en zwakke werkwoorden. Zwakke werkwoorden zijn werkwoorden waarvan de stam in de verleden tijd behouden blijft. Stammen die eindigen op één van de medeklinkers uit de woorden "het kofschip" of "het fokschaap" worden vervoegd met de uitgangen t, te en ten (resp. te gebruiken bij het voltooid deelwoord, de enkelvoudige verleden tijd en de meervoudige verleden tijd persoonsvormen) en alle zwakke werkwoorden die niet hierop eindigen, worden vervoegd met de uitgangen d, de en den:

Sterke werkwoorden zijn werkwoorden waarvan de klank niet behouden blijft (vandaar mijn uiting over de slechte benaming van de twee soorten verleden tijd) en dus onregelmatig vervoegd worden. Daarvoor kun je het best de lijst op de volgende pagina onder de loep nemen: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_ ... erkwoorden
Interpunctie
Het tweede knelpunt is iets wat pas in de 17e eeuw een rol begon te spelen in de algemene spelling: het plaatsen van de juiste leestekens ter bevordering van de interpretatie van geschreven zinnen. Een redelijk bekend voorbeeld is dat van Uncle Jack, vertel mij maar eens wat het verschil is tussen de volgende zinnen:
"Helping your Uncle, Jack, off a horse."
"Helping your uncle jack off a horse."
Dat is natuurlijk compleet andere koek! Om het goed aan te pakken moet je allereerst weten dat zinnen kunnen bestaan uit hoofd- en bijzinnen. Een bijzin kan in een andere zin (die dan de hoofdzin wordt) geplakt worden, dat werkt dan als volgt:
"Ik liep over straat." ~ De hoofdzin
"Ik liep, terwijl ik een vogel zag, over straat." ~ De rode woorden vormen de bijzin
Een bijzin die in een hoofdzin staat, moet vooraf worden gegaan door een komma en afgesloten worden door een komma, behalve als de bijzin vooraan of achteraan een zin staat waardoor één van beide komma's niet nodig is.
Het trema is ook iets wat vaak niet compleet goed gedaan wordt. Voor het gebruik van het trema bestaan in de Nederlandse spelling de volgende regels:
1. Het trema wordt gebruikt in een niet-samengesteld woord(deel) om te voorkomen dat twee opeenvolgende klinkerletters als één klank gelezen worden. Het gaat hier om de volgende veertien lettercombinaties: aa, ae, ai, au, ee, ei, eu, ie, oe, oi, oo, ou, ui en uu. Voorbeelden: tetraëder, naïviteit, reële, geïnd, reünie, conciërge, koloniën, poëzie, egoïsme, coördinatie, ruïne, vacuüm. Deze regel is niet van toepassing op de Latijnse en Franse uitgangen -ei, -eus, -eum en -ien. Deze uitgangen krijgen dus geen trema: baccalaurei, baccalaureus, petroleum, opticien.
2. Bij meer dan twee klinkerletters wordt geen trema gezet direct na de i en krijgt alleen de e of de i een trema:
» artificieel, aaien, begroeiing, ooievaar, truien;
» bantoeïstiek, bedoeïen, geëerd, geëuropeaniseerd, knieën, moeë, mozaïek, weeïg, geuit, geautomatiseerd.
3. Bepaalde meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden krijgen ook een trema, bijvoorbeeld knieën, skiën, ideeën. Hierbij komt de trema op de klinker als die de laatste letter van het enkelvoudige woord is, behalve als de klemtoon op de laatste klinker ligt.
Bij woordafbreking vervalt het trema: co-ordinatie, ge-eerd.
De regels voor het trema gelden niet voor afleidingen op -achtig; die krijgen een streepje als twee opeenvolgende klinkerletters als één klank gelezen kunnen worden: zebra-achtig (maar detectiveachtig).
Het trema wordt niet gebruikt tussen delen van samenstellingen. Het is dus niet naäpen maar na-apen, niet toeëigenen maar toe-eigenen, niet zeeëgel maar zee-egel. Een uitzondering vormen de samengestelde telwoorden; deze krijgen wel een trema: drieëndertig.
Soms is het moeilijk uit te maken of een woord een samenstelling of afleiding is. Dit geldt in het bijzonder voor woorddelen als bio-, macro-, micro-, mini-, multi- en neo-. Woorden zoals de volgende krijgen geen trema maar een streepje: bio-industrie, macro-economie, micro-organisme, mini-emmer, multi-etnisch, neo-expressionisme.
Aanhalingstekens zijn ook een belangrijk iets als je een duidelijke tekst (of post) wilt schrijven. Aanhalingstekens gebruik je in de volgende gevallen:
» om letterlijk te citeren;
» om aan te geven dat u woorden niet in de gewone betekenis gebruikt: de aanhalingstekens geven bijvoorbeeld aan dat het om een zelfbedacht of ironisch gebruikt woord gaat, of om een vakterm;
» om de betekenis van een woord of uitdrukking te omschrijven.
Of je nu enkele of dubbele aanhalingstekens gebruikt maakt niet uit, als je het maar consequent doet.
In het Nederlands worden voor spraak en dialoog in geschreven en gedrukte tekst meestal dubbele aanhalingstekens gebruikt:
Jan zei: "Hallo."
Leestekens zoals komma's en punten komen binnen de aanhalingstekens:
"Hallo," zei Jan.
Wanneer een uitspraak onderbroken wordt, bijvoorbeeld door "zei hij", dan wordt een sluitend aanhalingsteken gebruikt voor de onderbreking, en een openend aanhalingsteken erna. Komma's kunnen daarbij nog toegevoegd worden:
"Hallo," zei Jan, "waar ga je naar toe?"
Uitzonderingen en andere moeilijkheden met aanhalingstekens zijn hier te vinden: http://taaladvies.net/index.php?label=aanhalingstekens
Zo, volgens mij was dat wel zo'n beetje alles wat men hier nodig heeft voor zinnen die grammaticaal kloppend horen te zijn. Natuurlijk is het bij lange na niet compleet en misschien vergeet ik nog wat belangrijke punten, maar wijs me erop en ik zal zorgen dat 't voor elkaar komt. Voor meer info kun je altijd nog terecht op één van de volgende sites:
» http://www.vandale.nl
» http://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse_spelling
» http://taaladvies.net